"je kan hun propoganda toch niet vergelijken met onze nieuwsvoorziening"
* Voor de anonimiteit van de geïnterviewde heb ik de achternaam vervangen voor een sterretje.

De afgelopen weken heb ik, ter voorbereiding op een interview met de Russisch-Oekraïense Juliana * (1975, Ordzhonikidze), tientallen mensen om mij heen gevraagd naar hun mening over de situatie in Oekraïne. Al mijn gesprekspartners waren hoogopgeleid, student of familie, en van westerse origine. Ik had drie vragen. Ten eerste wilde ik graag weten of ze menen dat zij goed worden voorgelicht door de media over de situatie in Oekraïne. Ten tweede vroeg ik of zij menen dat er overtuigend bewijs is voor inmenging van het Russische leger in de strijd in Oekraïne. En daarnaast heb ik hen gevraagd of zij argumenten konden verzinnen ter verdediging van de opstelling van Poetin.
Deze gesprekken hadden geen wetenschappelijk karakter, het waren keukentafel- en kroeggesprekken, maar er kwam een sterk eenduidig beeld uit de gesprekken naar voren. Zonder uitzondering vonden mijn gesprekspartners de informatievoorziening voldoende voor een afgewogen beeld van de Oekraïense kwestie en ook meenden mijn gesprekspartners unaniem dat is aangetoond dat het Russische leger meevecht in Oekraïne.
De antwoorden op mijn derde vraag waren iets diverser, een aantal gesprekspartners kon wel begrip opbrengen voor de opstelling van Poetin, in die zin dat men zijn gedrag wel kon verklaren, maar instemming of enige sympathie heb ik niet gehoord. Grotendeels was men tegen elke vorm van compromis.

Iemand zei, op mijn vraag hoe hij verklaarde dat het beeld van de Russische media vaak zo verschilt van het beeld van de westerse media: "Je kan hun propaganda toch niet vergelijken met onze nieuwsvoorziening". Deze tamelijk ongenuanceerde mening had ik niet verwacht, in Nederland zijn wij immers ook wel bekend met de subjectiviteit van nieuwsbronnen, met pogingen tot beïnvloeding van de media door diverse partijen en met principes als framing. Dit leidde tot mijn onderzoeksvraag: "Is het westerse beeld van de situatie in Oekraïne genuanceerd genoeg, of is er sprake van een (vernieuwd) wij-zij-denken dat ons beeld vertroebelt?"

In het artikel 'Vernederd Rusland levensgevaarlijk' stelt Yulia Zhuchkova, analiste buitenlandse politiek aan de staatsuniversiteit in Tomsk, dat er goede redenen zijn om de kwestie met wat meer nuance te bezien. Ze schetst een overeenkomst tussen het hedendaagse Rusland en het Duitsland van na de Eerste Wereldoorlog. Het komt neer op geknakte trots; de Sovjet-Unie verliest de Koude Oorlog, raakt een kwart van haar land kwijt en de economie slinkt met veertig procent. Herverdelingen leiden ertoe dat meer dan vijftien procent van de Russen plotseling buiten Rusland komt te wonen. Hierdoor ontstaat niet alleen binnen Rusland, maar ook in de landen eromheen een groeiend Russisch nationalisme. Zhuchkova vergelijkt dit nationalisme met het nationalisme dat Hitler aan de macht heeft geholpen (Zhuchkova, 2015). En Zhuchkova trekt de parallel stevig door: "Net als in de jaren dertig leidden de status van de verslagen partij en de passiviteit die de westerse landen lieten zien in 2014 tot de inlijving van de Krim. Vervolgens raakte Rusland verwikkeld in een bloedige oorlog met zijn naaste buurland Oekraïne (dat weigert om voor Moskou de rol te spelen die Oostenrijk in 1938 voor Berlijn vervulde)" (Zhuchkova, 2015).

Ik zocht in Nederland naar een Poetin-aanhanger met een Oekraïense achtergrond. In Rusland en ook in het oosten van Oekraïne schijnt hij door velen op handen gedragen te worden, in Nederland zijn Poetin-aanhangers niet zo makkelijk te vinden. Maar ik vond Juliana *. * noemt zichzelf Russisch-Oekraïens en is geboren in Oekraïne. Ze woont nu 15 jaar in Nederland. Op 24-jarige leeftijd verhuisde zij, na een rechten-studie in Kiev, naar Amsterdam. Haar ouders wonen in Donetsk, in een huis dat * heeft gekocht. In Nederland studeerde zij rechten aan de VU, momenteel is ze huisvrouw en moeder van drie kinderen. Haar man, Melor Kvantchiani, is destijds samen met haar uit Oekraïne vertrokken, hij was toen 17 jaar oud. Ik spreek haar aan haar keukentafel in de Indische buurt in Amsterdam. De kinderen die om ons heen rennen worden tweetalig aangesproken, in het Nederlands en Russisch. Oekraïens leert ze hen niet.

De ouders van * wonen vijftig kilometer van Donetsk, in een gebied waar tot nu toe niet is gevochten, maar waar de strijd wel voelbaar is. Hun pensioen is tot ongeveer een tiende teruggebracht, haar vader krijgt 50 euro per maand, haar moeder 20 euro. Om 11 uur 's avonds wordt de stroom uitgeschakeld en vaak krijgen ze het huis niet warmer dan vijf graden Celcius. "Voor de opstanden hoefde ik niets te sturen, mijn ouders hadden een goed pensioen (...) mijn neefjes zaten net als hier te vaak op hun gameboy, dat waren de problemen. Nu stuur ik ze geld, kleren, houdbaar voedsel en volgende week een laptop." Het huis dat * kocht als belegging is niets meer waard.

Haar grootouders zijn in de omgeving van Donetsk geboren. Haar vader was officier in het leger van de Sovjet Unie, na het uiteenvallen van de Sovjet Unie verliet hij het leger omdat hij niet wilde kiezen tussen het Russische en het Oekraïense leger. Het gezin ging wonen in Rusland, maar kwam terug naar Donetsk toen de grootouders in Oekraïne hulpbehoevend werden. Voor * typeren dergelijke gebeurtenissen de situatie: "Mijn broer zit in het Oekraïense leger en ik heb familie in Russische leger. Je verwacht toch niet dat ze op elkaar gaan schieten."

* praat de laatste jaren weinig over de situatie in Oekraïne, het gesprek haalt te veel overhoop en verdeelt haar vrienden en familie. Ze is pro-Poetin, haar man is anti-Poetin. "Melor was veel jonger dan ik toen hij naar Nederland kwam. Hij heeft daar weinig meegemaakt". Ze vindt dat Poetin terugdraait wat slappe voorgangers als Jeltsin veel te makkelijk hebben weggegeven. En Poetin houdt zich aan zijn beloftes: "Onder Jeltsin kregen mensen als mijn ouders soms wel zes maanden niet betaald. Poetin heeft binnen een half jaar alles wat ze nog tegoed hadden terugbetaald. Hij heeft geld teruggeëist van criminele oligarchen." Ze prijst zijn daadkracht: "Rusland is niet zoals Nederland, het kan niet allemaal in overleg zoals het hier gaat. Het is te groot, Rusland heeft een sterke leider nodig."

Over de vorige president van Oekraïne, Janoekovitsj, is * niet positief, maar ze meent wel dat de problemen zijn begonnen toen hij werd verdreven onder druk van de opstandelingen in Kiev. Ze zegt: "De opstandelingen hadden al veel bereikt, maar ze wilden hem per se weg hebben. Ze hadden nog een jaartje kunnen wachten, dan was zijn termijn verstreken en konden ze een nieuwe president kiezen." Bij de opstand is de democratisch verkozen president afgezet en dat heeft de deur opengezet naar alternatieven voor de verworpen Oekraïense democratie, met volkstellingen en meerderheden per regio als gevolg. Het internationaal publieksrecht stelt: "Een bestaande staat hoeft op grond van het huidige volkenrecht eenzijdige afscheiding door een deel van zijn bevolking niet te accepteren" (Kooijmans, 2008). * vindt dat dat in de Oekraïense kwestie niet geldt, omdat Janoekovitsj is afgezet onder druk van de opstandelingen. De democratische staat Oekraïne is volgens * opgeheven door de opstandelingen. Daarna was een scheuring tussen het oosten en westen van Oekraïne volgens * te verwachten: "Het oosten is zeker 80 procent Russisch en het is meer industrieel. Het oosten zorgt financieel voor het westen. Het westen beledigt het oosten en maakt de Russen zwart. Dus willen ze daar onafhankelijk van het westen worden."

In Nederland wordt vaak beweerd dat Poetin de initiatiefnemer is van de strijd in het oosten van Oekraïne. Hierover is de precieze waarheid moeilijk te achterhalen, maar twee aspecten lijken duidelijk: Poetin is van mening dat de onafhankelijkheidsstrijd te rechtvaardigen is en er is draagvlak voor de strijd onder een aanzienlijk deel van de bevolking. Tussen initiatief en instemming ligt een groot grijs gebied. Volgens * is er geen bewijs dat het Russische leger in opdracht van Poetin in Oekraïne is, en zij is er van overtuigd dat er geen sprake is van een door Rusland georganiseerde inzet van het leger. "De buurjongen van mijn ouders is net over de grens in Rusland getrouwd, hij heeft een Russisch paspoort en is dus officieel een Russische soldaat. Maar hij komt wel uit Oekraïne en komt daar zijn familie beschermen tegen mensen die hun huis kapot maken. En veel jongens doen dat, want er zijn veel Oekraïense jongens die zijn gaan wonen in Rusland, omdat je daar meer verdient. De media zeggen dan dat het Russische leger in Oekraïne is." Over het feit dat er wordt gevochten met Russische wapens zegt ze: "Rusland levert wapens. Maar het verkopen van wapens wordt bij andere landen niet zo zwaar afgerekend. Frankrijk verkoopt wapens aan beide kanten van de oorlog in Syrië."

* stelt, analoog aan mijn gesprekken vooraf, dat iedereen in Nederland denkt dat Rusland meevecht in de strijd in Oekraïne. Dat komt volgens haar door de media: "Iedereen liegt, media hier, media daar". Zeker is in ieder geval, dat het meevechten van Rusland minder zeker is dan wij hier lijken aan te nemen. De Oekraïense president Porosjenko noemde de vondst van een aantal Russische paspoorten, begin februari, ver van de Russische grens, het beste bewijs voor de aanwezigheid van Russische militairen (NOS, 2015). Als dat al bewijst dat er Russische militairen in Oekraïne zijn, ontkracht het *'s uitleg van de situatie in ieder geval niet.

De visie van * op de de strijd in Oekraïne is fundamenteel anders dan de in mijn omgeving heersende visie. Poetin is in de ogen van * een groot leider, die de strijd in het oosten van Oekraïne niet leidt maar slechts steunt vanaf de zijlijn, omdat hij erkent dat het volk tekort gedaan wordt. Haar ideëen zijn misschien beïnvloed door propaganda en haar mening is niet steeds genuanceerd, maar als deze visie in het oosten van Oekraïne inderdaad zo breed wordt gedeeld als * stelt, dan is dat een belangrijke factor in het proces. Het impliceert bijvoorbeeld dat het een grote krachtsinspanning zal zijn om een scheuring van Oekraïne te voorkomen.

"In oorlogen sneuvelt de waarheid als eerste" stelde de soldaat en schrijver Aischylos al in vijfde eeuw voor Christus (Fafner, 2011). Vermoedelijk hangt dit samen met het uitgangspunt dat wij-zij-denken een onmisbaar aspect is in de strijd; het is bijvoorbeeld moeilijker om verwoestingen aan te richten bij een vijand waar men begrip voor op kan brengen. Als oorlog onomkeerbaar wordt, dan is het waarschijnlijk het meest effectief om de tegenpartij als volledig fout te zien.

Wordt het westerse beeld van de situatie in Oekraïne gekleurd door de verwachting dat we met Poetin in oorlog raken? Wordt er in het Westen een wij-zij-gevoel in stelling gebracht? Het zijn lastig te beantwoorden vragen, maar er zijn zeker redenen om te stellen dat de hier heersende mening over de situatie in Oekraïne minder genuanceerd is dan op basis van onze kennis verwacht zou mogen worden. Waarom vinden we het massaal zo belangrijk dat Oekraïne een geheel blijft (of opnieuw wordt, inclusief de Krim)? Waarom geloven we massaal in de regisseursrol van Poetin in de Oekraïense kwestie en geloven we dat een gedeelde Oekraïne een sneeuwbaleffect zal veroorzaken waarbij bijvoorbeeld ook de Baltische staten dreigen te vallen?

De overeenkomsten die Yulia Zhuchkova beschrijft tussen het huidige Rusland en het Duitsland van na de Eerste Wereldoorlog, sluiten aan bij de beschrijving van *: "Russen waren altijd een trots volk, maar toen de Sovjet-Unie uit elkaar was gevallen verloren veel mensen een groot deel van hun waardigheid. Ze waren niet meer trots om Rus te zijn. Ze wilden westerse producten en voelde zich een tweederangs land. Poetin heeft die waardigheid teruggegeven, Russen zijn weer trots op hun identiteit. Ook de boycot maakt Rusland uiteindelijk sterker, het zal Rusland nieuwe sterke handelspartners opleveren." Als een trots land zijn verloren waardigheid terugkrijgt van een leider, geeft dat die leider veel macht. Zhuchkova stelt dat het een dodelijke combinatie is, eerst een land te vernederen en daarna slap te reageren als dat land machtsvertoon gaat uiten (Zhuchkova, 2015).

Het antwoord op mijn onderzoeksvraag kan, kort gezegd, zijn: nee, het westerse beeld van de situatie in Oekraïne kan genuanceerder en ja, er lijkt sprake van een wij-zij-denken dat ons beeld kleurt. Maar daarmee komt een belangrijke vervolgvraag aan de orde: In welk stadium van vernederen en vervolgens niet handhaven, zoals Zhuchkova dat beschrijft, zitten we momenteel? Als het nog zinvol is om het proces van vernedering te stoppen, dan moet het Westen vooral beter luisteren en werkt het wij-zij-denken waarschijnlijk averechts. Zo niet, dan moet het Westen nu vooral de rug recht houden tegen het machtsvertoon van het gefrustreerde land, dan past het wij-zij-denken wellicht in een strategie van het voorbereiden op oorlog.

Zolang het antwoord op die vraag niet duidelijk is, moeten we opletten dat we niet dezelfde fouten nog een keer maken en een land met een gekrenkte trots onderschatten, maar is het ook belangrijk dat we ons blijven verdiepen in de Russische benadering van de situatie, om onnodige escalatie te vermijden.


Bronnenlijst

'Gebronneerde' bronnen
- Buitenland redactie van de NOS. (7 februari 2015). 'Video: Emotionele Porosjenko zwaait met paspoorten'. NOS. Geraadpleegd op 20 maart 2015. http://nos.nl/artikel/2017909-video-emotionele-porosjenko-zwaait-met-paspoorten.html
- Fafner, H. H. (2011). 'In oorlogen sneuvelt de waarheid als eerste'. Geraadpleegd op 22 maart 2015. http://historianet.nl/personen/dertien-onsterfelijke-citaten
- Kooijmans, P.H. (2008). 'Internationaal publieksrecht in vogelvlucht'. Hoofddorp: Kluwer.
- Zuchkova, Y. (17 maart 2015). 'Vernederd Rusland levensgevaarlijk'. NRC Handelsblad.

Achtergrond materiaal
- van Loenen, P.A. (1992). 'Rusland en Oekraïne'. Den Haag: ministerie van buitenlandse zaken.
- Onwijn, K. (2009). 'Oekraïne'. Amsterdam: KIT publishers.
- Sakwa, R. (2004). 'Putin, Russia's choice'. New York: Routledge.



home | papers | universiteit papers